Provincie vergunde al 58 kleinschalige windmolens

07 Juni 2023

Provincie vergunde al 58 kleinschalige windmolens

Grootste aantallen in Poperinge, Diksmuide, Tielt en Kortemark

Het provinciaal beleidskader rond kleinschalige windmolens dat in 2017 gelanceerd werd, werpt zijn vruchten af. Tussen de eerste dossiers in 2019 en april dit jaar werden al 58 vergunningen afgeleverd door de deputatie. Dat bleek uit het antwoord op een schriftelijke vraag van provincieraadslid Maarten Tavernier (Groen).

Poperinge staat op kop met 6 vergunde molens. Diksmuide, Kortemark en Tielt volgen met 5 stuks, Gistel, Lo-Reninge en Zedelgem tellen er elk 4. “Het is geen toeval dat de vergunningen vooral voorkomen in landelijke gemeenten”, stelt Maarten Tavernier (Groen). “Kleinschalige windmolens zijn vooral relevant voor energie-intensieve landbouwbedrijven. In de open ruimte heeft de wind vrij spel en kunnen geen buren gestoord worden (al is de mogelijke hinder erg beperkt in vergelijking met grote windturbines). Bovendien worden in de landbouwsector dergelijke investeringen ondersteund via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF).“

Groeiende interesse, met piek in 2022
Het aantal dossiers groeit gestaag, met 7 vergunde dossiers in 2019, 10 in 2021, 11 in 2021 en maar liefst 27 vorig jaar. Daarmee is 2022 goed voor bijna de helft van de afgeleverde vergunningen. Uiteraard is de energiecrisis met de torenhoge tarieven voor elektriciteit in 2022 daar niet vreemd aan.
Maarten Tavernier: “Kleinschalige windmolens hebben niet zozeer het potentieel om een belangrijke rol te spelen in de globale energievoorziening, maar kunnen op bedrijfsniveau wel interessant zijn om zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. De wind waait ook ’s nachts als de zon niet schijnt, en in de donkerder wintermaanden is het windaanbod normaal groter. Door de ligging aan zee heeft West-Vlaanderen trouwens het beste windaanbod van heel Vlaanderen & België.”

In het verleden bekeken nogal wat besturen kleinschalige windmolens met het nodige argwaan. Er was de vrees voor impact op het landschap, met de vraag of deze constructies niet de vervanging van de lelijke TV-antennes zouden worden van de 21e eeuw. Gelukkig zijn de visies, onder impuls van de landbouwsector, gewijzigd.
Het helpt ook dat de meeste windmolens afkomstig zijn van het Nederlandse EAZ-wind, die een type windturbine ontwikkeld hebben met een vrij natuurlijke look (met oa houten wieken) dat past in het landschap.

Groen is tevreden dat deze technologie vandaag wel een kans krijgt en de interesse groeiend is.

Maarten Tavernier
Provincieraadslid